Lépjen offline állapotba az Player FM alkalmazással!
S04E06 - Frank De Winne - Startups als de motor van de commerciële ruimtevaartindustrie
Manage episode 334769469 series 2548893
Startups als de motor van de commerciële ruimtevaartindustrie
We hebben al veel speciale gasten gehad in onze podcast, maar een jeugdheld van Deevid, dat is een primeur! Ditmaal reizen we naar Keulen — of het ISS (International Space Station), wie zal het zeggen — om Frank De Winne, astronaut en hoofd van het EAC (European Astronaut Center) te interviewen. We hadden het over de aarde, de ruimte en het belang van startups in de commercialisatie van de ruimtevaartindustrie.
Burggraaf, tweede Belg ooit in de ruimte, eerste niet-Amerikaans/Russisch commandant van het ISS, hoofd van het EAC, maar bovenal: “gewoon Frank”. Om hem te interviewen, reisden we naar Keulen. De opname gaat door in een replica van de Colombusmodule van het ISS. Zo worden we meteen ondergedompeld in het leven van een astronaut, want die trainen in replica’s en verblijven daarna in the real deal.
Astronautentraining
Drie basisvereisten
De training is veranderd over de jaren. Het ruimtestation is enorm complex en ook groot — zo’n twee voetbalvelden — met meer dan 1000 computers aan boord. “Je hoeft natuurlijk niet alle knopjes weten staan. Het leven van een astronaut is eigenlijk simpel aan boord. Ze moeten drie dingen heel goed kunnen. Ten eerste moeten ze goed kunnen lezen, want hun dagplanning wordt tot de minuut ingepland. Aansluitend daarbij: goed procedures kunnen begrijpen. Als tweede moeten ze goed met hun handen kunnen werken, want wetenschappers begeleiden hen vanop de grond. Astronauten moeten dus instructies opvolgen en de proeven in de ruimte zo nauwkeurig en snel mogelijk uitvoeren,” vertelt Frank.
“Een van de beperkingen die we hebben is crew time, de tijd die de bemanning heeft om experimenten uit te voeren,” legt Frank uit. “Snelheid is dus van belang. We krijgen veel meer aanvragen dan we tijd hebben, dus we moeten proberen om elk experiment zo snel en goed mogelijk uit te voeren.” Vergelijk het met een Ikeakastje: de eerste keer de instructies opvolgen gaat moeizaam, maar na een vierde keer gaat het al wat sneller. “Dat is de bedoeling van onze training. Als je weet hoe elk experiment uitgevoerd moet worden, dan heb je al een voorsprong.”
“Het derde dat onze astronauten moeten kunnen? Vooral geen initiatief nemen! We moeten altijd wachten op het advies van mensen op de grond als er zich zaken voordoen op het station. Dat aanleren doen we dus in het AEC.”
Astronautenselectie
“We kiezen ook de astronauten in spé. Zo waren er 23.000 Europese kandidaten voor slechts vier plaatsen. Die jonge mensen moeten natuurlijk eerst een basisopleiding krijgen. Als ze aangeduid worden voor een vlucht, krijgen ze een diepgaandere opleiding.”
Van testpiloot tot astronaut
“Ik was altijd geïnteresseerd in wiskunde, fysica en chemie, van kinds af aan. Wanneer ik speelgoed kreeg, wilde ik dat na een tijdje altijd onderzoeken, dus openmaken en bekijken hoe het intern werkt. Dat was veel interessanter dan ermee te spelen, maar zorgde er ook wel voor dat speelgoed steeds kapot ging (lacht). Toen ik twaalf jaar oud was, vloog ik mee met een oom, waarna mijn pilotendroom begon. De richting Ingenieur-Piloot bij de Koninklijke Militaire School was dan ook evident.”
Toen Frank in zijn tweede jaar zat, vloog voor de eerste keer de space shuttle naar de ruimte. “Wat kan je als Ingenieur-Piloot beter hebben van vliegen naar de ruimte met een space shuttle? Ik heb er nooit mee kunnen vliegen, maar ik heb ondertussen wel het privilege gehad om twee keer naar de ruimte te gaan met een Soyuz, een van de veiligste toestellen ooit gemaakt.”
Zo’n Soyuz is een knap staaltje technologie. “Het aantal reservesystemen in ongelofelijk, als ingenieur sta ik daar nog steeds versteld van. Met een beperkt aantal bits — 2 keer 16, dus 32 — moest het descend profile van Soyuz naar boven gestuurd worden. Tot op vandaag kunnen wij met 32 bits nog steeds een nauwkeurige landing in de ruimte doen. Als je dat nu vergelijkt met de behoefte van technologie van vandaag, is dat niets.”
Eerste ruimtevlucht
In 1998 werd Frank geselecteerd om in 2002 voor het eerst naar de ruimte te gaan. Hoe zo’n proces verloopt? “Het moeilijkste om astronaut te worden is de selectie. We hebben het ongelofelijk track record dat alle astronauten die geselecteerd worden, ten minste één keer een vlucht kunnen doen. De mensen die geselecteerd worden, geven een carrière op die op dat moment zeer hoopgevend is. We selecteren mensen die een zeer goed profiel hebben. Het is belangrijk dat we ze die vlucht kunnen geven,” vertelt Frank.
“Sommige astronauten wachten 14 jaar tussen de selectie en de eerste vlucht; bij mij was dat relatief snel na vier jaar. Ik had geluk dat ESA op dat moment een raamovereenkomst had gesloten met de Roscosmos, de Russische ruimtevaartorganisatie, om zes korte vluchten uit te voeren. België deed daaraan mee. Daardoor kon ik voor het eerst naar de ruimte. Dat heeft de aanzet gegeven tot mijn tweede vlucht, waarbij ik commandant werd van het ISS.”
Aan boord van het ISS
Lange vs. korte vluchten
“Zo’n korte vlucht van vier dagen is totaal verschillend van een vlucht van zes maanden. Zo’n korte kan je vergelijken met een sprint: elke dag is zeer druk, je slaapt weinig en je kent je schema vanbuiten want je hebt dat dag na dag getraind. Dat is zeer efficiënt, maar dat ritme is geen zes maanden vol te houden.”
Voor een vlucht van zes maanden is er de skills-based training. Astronauten moeten weten hoe ze procedures moeten uitvoeren en er een goed begrip van hebben, maar ze moeten het niet vanbuiten kennen. “Tijdens een lange vlucht is er een normaal dagritme. We werken vijf dagen per week. Zaterdagvoormiddag is het poetsdag, want het is belangrijk om een zuivere omgeving te hebben voor persoonlijke hygiëne en natuurlijk voor de experimenten in het labo. Op zondag is het recuperatie en ‘s avonds beginnen we met de voorbereiding van de volgende week. Als we taken hebben die we door de week niet konden afmaken, doen we dat op zaterdagnamiddag. Het is geen echt weekend, maar er wordt toch op een lager niveau gewerkt.”
Commandant
In de laatste drie maanden van de tweede vlucht werd Frank commandant van het ISS. “Het werk is eigenlijk hetzelfde, want elke astronaut is op hetzelfde niveau getraind. Als commandant ben je natuurlijk wel verantwoordelijk voor de sfeer op het ruimtestation, zodanig dat de astronauten als team alle taken kunnen uitvoeren,” legt Frank uit.
De commandant wordt belangrijk als er een noodgeval is, bijvoorbeeld brand, een groot lek, of als er een giftige stof ontsnapt. “Dat zijn de drie noodgevallen waarbij de controle vanuit Houston — het mission control center — overgegeven wordt naar de commandant. Die mag, of beter moet, wél initiatief nemen.”
Frank legt uit: “Als er brand aan boord is, is het moeilijk in te schatten hoe je er best mee omgaat. Er zijn natuurlijk procedures. Bijvoorbeeld: eerst menselijk leven (en ook jezelf) redden, daarna het ruimtestation vrijwaren zodanig dat het achteraf zo functioneel mogelijk blijft, en daarna pas de experimenten redden. Daar trainen we de bemanning ook veel op, want op zo’n momenten is er vaak geen communicatie met de grond. Als commandant ben je de leidinggevende die beslissingen neemt. Gelu...
77 epizódok
Manage episode 334769469 series 2548893
Startups als de motor van de commerciële ruimtevaartindustrie
We hebben al veel speciale gasten gehad in onze podcast, maar een jeugdheld van Deevid, dat is een primeur! Ditmaal reizen we naar Keulen — of het ISS (International Space Station), wie zal het zeggen — om Frank De Winne, astronaut en hoofd van het EAC (European Astronaut Center) te interviewen. We hadden het over de aarde, de ruimte en het belang van startups in de commercialisatie van de ruimtevaartindustrie.
Burggraaf, tweede Belg ooit in de ruimte, eerste niet-Amerikaans/Russisch commandant van het ISS, hoofd van het EAC, maar bovenal: “gewoon Frank”. Om hem te interviewen, reisden we naar Keulen. De opname gaat door in een replica van de Colombusmodule van het ISS. Zo worden we meteen ondergedompeld in het leven van een astronaut, want die trainen in replica’s en verblijven daarna in the real deal.
Astronautentraining
Drie basisvereisten
De training is veranderd over de jaren. Het ruimtestation is enorm complex en ook groot — zo’n twee voetbalvelden — met meer dan 1000 computers aan boord. “Je hoeft natuurlijk niet alle knopjes weten staan. Het leven van een astronaut is eigenlijk simpel aan boord. Ze moeten drie dingen heel goed kunnen. Ten eerste moeten ze goed kunnen lezen, want hun dagplanning wordt tot de minuut ingepland. Aansluitend daarbij: goed procedures kunnen begrijpen. Als tweede moeten ze goed met hun handen kunnen werken, want wetenschappers begeleiden hen vanop de grond. Astronauten moeten dus instructies opvolgen en de proeven in de ruimte zo nauwkeurig en snel mogelijk uitvoeren,” vertelt Frank.
“Een van de beperkingen die we hebben is crew time, de tijd die de bemanning heeft om experimenten uit te voeren,” legt Frank uit. “Snelheid is dus van belang. We krijgen veel meer aanvragen dan we tijd hebben, dus we moeten proberen om elk experiment zo snel en goed mogelijk uit te voeren.” Vergelijk het met een Ikeakastje: de eerste keer de instructies opvolgen gaat moeizaam, maar na een vierde keer gaat het al wat sneller. “Dat is de bedoeling van onze training. Als je weet hoe elk experiment uitgevoerd moet worden, dan heb je al een voorsprong.”
“Het derde dat onze astronauten moeten kunnen? Vooral geen initiatief nemen! We moeten altijd wachten op het advies van mensen op de grond als er zich zaken voordoen op het station. Dat aanleren doen we dus in het AEC.”
Astronautenselectie
“We kiezen ook de astronauten in spé. Zo waren er 23.000 Europese kandidaten voor slechts vier plaatsen. Die jonge mensen moeten natuurlijk eerst een basisopleiding krijgen. Als ze aangeduid worden voor een vlucht, krijgen ze een diepgaandere opleiding.”
Van testpiloot tot astronaut
“Ik was altijd geïnteresseerd in wiskunde, fysica en chemie, van kinds af aan. Wanneer ik speelgoed kreeg, wilde ik dat na een tijdje altijd onderzoeken, dus openmaken en bekijken hoe het intern werkt. Dat was veel interessanter dan ermee te spelen, maar zorgde er ook wel voor dat speelgoed steeds kapot ging (lacht). Toen ik twaalf jaar oud was, vloog ik mee met een oom, waarna mijn pilotendroom begon. De richting Ingenieur-Piloot bij de Koninklijke Militaire School was dan ook evident.”
Toen Frank in zijn tweede jaar zat, vloog voor de eerste keer de space shuttle naar de ruimte. “Wat kan je als Ingenieur-Piloot beter hebben van vliegen naar de ruimte met een space shuttle? Ik heb er nooit mee kunnen vliegen, maar ik heb ondertussen wel het privilege gehad om twee keer naar de ruimte te gaan met een Soyuz, een van de veiligste toestellen ooit gemaakt.”
Zo’n Soyuz is een knap staaltje technologie. “Het aantal reservesystemen in ongelofelijk, als ingenieur sta ik daar nog steeds versteld van. Met een beperkt aantal bits — 2 keer 16, dus 32 — moest het descend profile van Soyuz naar boven gestuurd worden. Tot op vandaag kunnen wij met 32 bits nog steeds een nauwkeurige landing in de ruimte doen. Als je dat nu vergelijkt met de behoefte van technologie van vandaag, is dat niets.”
Eerste ruimtevlucht
In 1998 werd Frank geselecteerd om in 2002 voor het eerst naar de ruimte te gaan. Hoe zo’n proces verloopt? “Het moeilijkste om astronaut te worden is de selectie. We hebben het ongelofelijk track record dat alle astronauten die geselecteerd worden, ten minste één keer een vlucht kunnen doen. De mensen die geselecteerd worden, geven een carrière op die op dat moment zeer hoopgevend is. We selecteren mensen die een zeer goed profiel hebben. Het is belangrijk dat we ze die vlucht kunnen geven,” vertelt Frank.
“Sommige astronauten wachten 14 jaar tussen de selectie en de eerste vlucht; bij mij was dat relatief snel na vier jaar. Ik had geluk dat ESA op dat moment een raamovereenkomst had gesloten met de Roscosmos, de Russische ruimtevaartorganisatie, om zes korte vluchten uit te voeren. België deed daaraan mee. Daardoor kon ik voor het eerst naar de ruimte. Dat heeft de aanzet gegeven tot mijn tweede vlucht, waarbij ik commandant werd van het ISS.”
Aan boord van het ISS
Lange vs. korte vluchten
“Zo’n korte vlucht van vier dagen is totaal verschillend van een vlucht van zes maanden. Zo’n korte kan je vergelijken met een sprint: elke dag is zeer druk, je slaapt weinig en je kent je schema vanbuiten want je hebt dat dag na dag getraind. Dat is zeer efficiënt, maar dat ritme is geen zes maanden vol te houden.”
Voor een vlucht van zes maanden is er de skills-based training. Astronauten moeten weten hoe ze procedures moeten uitvoeren en er een goed begrip van hebben, maar ze moeten het niet vanbuiten kennen. “Tijdens een lange vlucht is er een normaal dagritme. We werken vijf dagen per week. Zaterdagvoormiddag is het poetsdag, want het is belangrijk om een zuivere omgeving te hebben voor persoonlijke hygiëne en natuurlijk voor de experimenten in het labo. Op zondag is het recuperatie en ‘s avonds beginnen we met de voorbereiding van de volgende week. Als we taken hebben die we door de week niet konden afmaken, doen we dat op zaterdagnamiddag. Het is geen echt weekend, maar er wordt toch op een lager niveau gewerkt.”
Commandant
In de laatste drie maanden van de tweede vlucht werd Frank commandant van het ISS. “Het werk is eigenlijk hetzelfde, want elke astronaut is op hetzelfde niveau getraind. Als commandant ben je natuurlijk wel verantwoordelijk voor de sfeer op het ruimtestation, zodanig dat de astronauten als team alle taken kunnen uitvoeren,” legt Frank uit.
De commandant wordt belangrijk als er een noodgeval is, bijvoorbeeld brand, een groot lek, of als er een giftige stof ontsnapt. “Dat zijn de drie noodgevallen waarbij de controle vanuit Houston — het mission control center — overgegeven wordt naar de commandant. Die mag, of beter moet, wél initiatief nemen.”
Frank legt uit: “Als er brand aan boord is, is het moeilijk in te schatten hoe je er best mee omgaat. Er zijn natuurlijk procedures. Bijvoorbeeld: eerst menselijk leven (en ook jezelf) redden, daarna het ruimtestation vrijwaren zodanig dat het achteraf zo functioneel mogelijk blijft, en daarna pas de experimenten redden. Daar trainen we de bemanning ook veel op, want op zo’n momenten is er vaak geen communicatie met de grond. Als commandant ben je de leidinggevende die beslissingen neemt. Gelu...
77 epizódok
Alle afleveringen
×Üdvözlünk a Player FM-nél!
A Player FM lejátszó az internetet böngészi a kiváló minőségű podcastok után, hogy ön élvezhesse azokat. Ez a legjobb podcast-alkalmazás, Androidon, iPhone-on és a weben is működik. Jelentkezzen be az feliratkozások szinkronizálásához az eszközök között.